Zelfmanagement

Zelfmanagement  

Wat is het?

Hoe kan ik boos/blij/verdrietig/... zijn en begrijpen waarom ik me zo voel en wat ik er zelf aan kan doen?

​

Hoe blijkt het?

U... ​

• Kan gevoelens als jaloezie, opgewektheid, paniek,... herkennen en benoemen.

• Kan zien wanneer je je boos/boos/verdrietig/blij voelt..., je gedraagt je anders dan wanneer je kalm bent.

• Weet hoe je jezelf kunt kalmeren als je boos bent op iemand.

• Weet wanneer je boos bent, je hebt effect op een ander en je kunt je rol benoemen in een uit de hand gelopen situatie.

• ​

Wat kunnen we doen om te stimuleren?

4G-schema: 

Wat betekent dit concreet? Dat je de link kunt maken tussen gevoelens,  gedachten
en gedrag in dit 4G-schema:

​

​ Bijvoorbeeld met een 4G-schema: 

• Evenement: er gebeurt iets

• Gedachten: ik denk hieraan

• Gevoelens: ik voel me verdrietig, blij, boos... over deze gebeurtenis

• Gedrag: ik gedraag me anders vanwege hoe ik me voel of hoe ik erover denk.

Beren van Meichenbaum

1. Wat moet ik doen (taak)? 

2. hoe ga ik het doen?

3. Ik doe mijn werk/taak. 

4. Ik controleer mijn werk, wat vind ik ervan, wat ging er goed? Wat kan ik de volgende keer beter doen?

Stop-denk-do-check

De 'stop-denk-doe-methode' is een manier van werken die gebaseerd is op een zelfinstructiemethode

bijv

Stop: ik lees mijn opdracht

Denk na: Hoe plan ik mijn werk? Wat heb ik nodig om mijn werk te maken?

Doen: ik doe mijn werk

Check: ik controleer mijn werk, ben ik iets vergeten?

Reflectieschema:

• wat heb ik geleerd?

• welke nieuwe ideeën heb ik gekregen?

• wat ga ik veranderen?

• wat ging goed? 

EF: ken. Flexibiliteit

Wat is het?

Goed kunnen wisselen van opdrachten bijv. van spelen naar leren en kunnen aanpassen aan nieuwe regels

Hoe blijkt het?

Bv. de mening van je broer of zus kunnen begrijpen

Bijvoorbeeld iets nieuws proberen als iets niet lukt

Bv kunnen switchen van de ene taak naar de andere. 

Bijvoorbeeld overschakelen van spelen naar huiswerk maken

Wat kunnen we doen om te stimuleren?

• Een alarm instellen: als het piept: stop met spelen en begin met je huiswerk

• Gebruik stappenplannen
  bijv. rekendiagrammen
   

Magische bril: 

Elke klas maakt een 'magische bril'. Als je de bril van je klasgenoot opzet: stel je je voor dat je de wereld ziet door de ogen van je klasgenoot!

Oefening: vertel je leraar of je klasgenoten hoe de wereld eruitziet door de bril van een ander.